Een fietsbrug over de Schelde om grensoverschrijdend fietsen te stimuleren

De fietsbrug past in het beleid van duurzame mobiliteit. Het is een belangrijke schakel bij de uitbouw van kwaliteitsvolle fietsverbindingen en erkent tegelijk de Schelde als economische en recreatieve as.

De fietsbrug werkte een belangrijke ‘missing link’ op het grensoverschrijdende ‘groen-blauwe netwerk’ weg. Dit ‘groen-blauwe netwerk’ is zowel in West-Vlaanderen als in Wallonië een recreatieve structuur van jaagpaden en oude spoorlijnen, en verzekert veilige, snelle en aantrekkelijke verbindingen tussen steden en regio’s. Momenteel worden de oude spoorlijnen 83 (Kortrijk – Ronse) en 87 (Doornik – Zullik) ontwikkeld als regionale groenrecreatieve assen.

Deze brug  verbindt dan ook drie regionale fietsnetwerken met elkaar: het bestaande fietsnetwerk Leiestreek kan hier aansluiten op het geplande netwerk Picardisch Wallonië, en ook op het fietsnetwerk Vlaamse Ardennen.

Daarnaast is de fietsbrug ook een schakel in de internationale grensoverschrijdende route Eurovélo 5 (van Londen, over Rijsel, Brussel, Straatsburg, Milaan en Rome tot Brindisi). Op die manier zorgt ze voor de rechtstreekse verbinding van de Leiestreek op de langeafstandsroute tussen Rijsel en Brussel.

Zo wordt de regio nog aantrekkelijker, verkeersveiliger én beter bereikbaar voor het fietstoerisme en voor functioneel fietsen.

De IJzerwegbrug of “le Pont du chemin de fer”

Voor de benaming van de brug heeft de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Avelgem de orale traditie geraadpleegd. De fietsbrug over de Schelde komt op de plaats waar vroeger de spoorlijn Kortrijk-Ronse beide oevers met elkaar verbond. De brug is in de volksmond dan ook gekend als “IJzerwegbrug” en bij de Franstalige buren als “le Pont du chemin de fer”. De partners in het bouwproject waren het er snel over eens dat dit de naam van de ‘nieuwe’ brug zou worden.

In 1869 werd de spoorlijn 83 Kortrijk-Ronse in gebruik genomen. Er kwam in 1877 ook een aftakking in Avelgem naar Herseaux. Op deze spoorlijn pendelden honderden goedkope Vlaamse werkkrachten dagelijks met de ‘werkmanstreinen’ naar de textielsteden Roubaix, Tourcoing en Rijsel. Het huidige fietspad kreeg dan ook de naam ‘Trimaarzate’, wat verwijst naar deze pendelaars: ‘trimards’.

De verbinding had ook een toeristische functie. Op zondag vervoerden de treinen dagjestoeristen die naar ‘lustoord’ Kluisberg trokken. En ook lang nadat de treinverbinding werd afgeschaft, in 1960 was dat, gebruikten fietsers en wandelaars nog de oude spoorwegbrug om naar het recreatieoord Kluisberg/ Mont de l’Enclus te gaan.

Zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog was deze brug van strategisch belang. Ze werd tijdens en na de twee oorlogen verschillende keren vernield en terug opgebouwd. Uiteindelijk moest de brug in 1984 verdwijnen om het vrachtverkeer op de Schelde voorrang te geven.